Pietje Writes |
This was the worst year of my life. It’s been said by many people, about 2020, now 2021. And for valid reasons. Many lost their jobs, some their loved ones. Others were stuck at home with their kids pulling their hair out from frustration. Frontline workers were stressed to their max. People heard of youth dying by suicide. I haven’t even mentioned the political chaos and the collective wariness that brought along, nor the growing awareness of the racism that is still very present, and the fear it brings. This was the worst year of my life. And yes, there are the personal “worsts”: the canceled weddings, the closing of businesses, the disconnection, the anger witnessed and received in clinics and grocery stores, the missing of family, the cutting off from friends due to differences, the breaking points in relationships. ![]() It’s been a year since my engagement ended. The life I so carefully crafted, and with it, the dreams I held for the relationship, came to a sudden halt. For months, not a day or night passed during which I didn’t cry, bawl, desperate tears. I wanted my life back, and I couldn’t see a path forward. Friends and family listened, let me cry, brought food, unpacked for me, or distracted me. I’ll be forever grateful for them. Some people in my life disappeared quietly, which, from experience, I knew would happen, but it wasn’t any less hurtful. Of course, the pandemic didn’t help. I couldn’t write anymore, and I put my thesis on hold. I wanted my life back, and I couldn’t see a path forward. I came to understand that I was grieving a loss. The loss of a person I loved, and the love I received. But I also grieved the life we had built and the future we had. The missing was a physical pain I felt in my chest and the veins in my arms. At times the hurt was so intense I started to understand why someone would want to actively stop the pain. I’ve started praying again, even though I didn’t believe, wishing I could. So, it’s been a year. I live in survival mode or panic mode. I realize my deepest fears have become reality, and I’m still here. I’ve had to look inwards and ask myself the hard questions: What were my mistakes? What changes do I need to make? It’s been a year, and I’m not crying anymore. Even though I feel rudderless, I have this somewhat unrealistic hope that good things are coming. I’ve been job hunting, which has been a trial in itself. I tell myself again and again: Something will stick. my deepest fears have become reality, and I’m still here On bad days, I reason I deserve all this. I think, why would good come my way, when others have it worse? - the arrogance! But for us humans, we keep on going, don’t we? It must be the survival instinct in us; to stand up, dust ourselves off, and keep on trudging along. ![]() Zozobra is coming up in Santa Fe. During this festive ritual, the local community in Santa Fe writes down their worries and disappointments on a piece of paper which are added to a 50ft marionette known as Old Man Gloom built out of wood, wire, and cotton. In early September Old Man Gloom will be set on fire taking all the bad thoughts with him before the fall season starts. we keep on going, don’t we? Last year I watched the burning on TV while I heard the shouts from outside “burn!” I echoed the sentiment as the fireworks went off, not knowing where I would be in a year. My mom would have a stroke but recover. My niece would give birth to a little girl. My daughter’s friend would die by suicide. A friend would lose her husband. COVID would still rule our lives. ![]() It’s been a year. “Burn!” I say.
0 Comments
geschreven 2011© ![]() Zondags gaan we tweemaal naar de kerk – het is eigenlijk geen kerk, we noemen het de Vergadering, als in Vergadering der Gelovigen. De Vergadering probeert zo dicht mogelijk volgens de apostel Paulus’ beschrijving van de eerste gemeenten te komen, zonder dominee of een leidinggevende organisatie. Daarvoor rijden we naar de stad en daarom wordt er wat over ons gefluisterd in het dorp – er zijn immers al twee kerken ter plekke, de Hervormde en Gereformeerde kerk? Mijn moeder blijft meestal thuis want zij voelt zich ‘er niet bij horen’. Dus dat betekent dat ik als enig meisje in het mannen gedeelte zit bij mijn vader en broers. Ik voel me tussen het gebrom van de mannen tijdens het zingen niet erg op mijn gemakt en steel zo nu en dan een blik naar het vrouwen gedeelte waar dochters samen met hun moeders gekleed in passende rokken zitten en melodieus meezingen. Mijn oma zit er ook, haar armen over elkaar hoog op haar ronde buik. Ze draagt rechte bloemetjes jurken en dure hoeden met veren. Althans, mijn moeder zegt dat de oma er een kapitaal voor uitgeeft en dat het toch om eenvoudigheid moet gaan. Een doekje op de kop moet goed genoeg voor De Heere zijn, hoewel de vrouwen die dat dan weer doen er toch wel wat armoe-zalig bijlopen. Er is ook een jonge vrouw met breed gerande hoeden die korte rokjes en hoge hakken draagt. Dat lijkt ook nergens op, volgens mijn moeder, maakt de mannen alleen maar gek, en haar man preekt bovendien zondags ook nog. De meisjes hoeven hun hoofden nog niet te bedekken – dat kan later, als ze er zelf voor hebben gekozen. Sommige meisjes beginnen ermee zodra ze besluiten zich te laten dopen en anderen wachten ermee totdat ze het Avondmaal gaan aanvragen. Heel soms kondigt Mem aan dat ze toch maar even meegaat op een middagje, en dan zit ik vol trots naast haar. Ze kauwt tijdens de hele dienst op fruitmentos en blijft zitten onder het zingen en de gebeden. Ik stel me voor dat ik net als de andere meisjes ben. Heit glundert onze richting op – maar zodra we thuis zijn zegt Mem dat die-en-die helemaal geen dag heeft gezegd, en dat ze er toch maar moeite mee heeft als de oudsten vroom aan het preken zijn terwijl er nooit geen belangstelling voor ons wordt getoond. Mijn vaders blik verandert dan en hij is weer de in zichzelf gekeerde man die wij kennen. Dan weet ik dat het weer een tijdje zal duren voordat ze meekomt. “De Vergadering is een goed plekje, maar is een heel moeilijk plekje”, dat zegt Mem veel, dat heeft ze weer van haar moeder gehoord. Ondanks dat Mem niet gedoopt is en ook niet aan het Avondmaal gaat, dat elke zondagochtend wordt ‘gevierd’, heeft ze wel de meeste historische verhalen over de Vergadering. Ze verteld over de ooms en bekende broeders die grote evangelische tentdiensten hielden en Johannes de Heer liederen zongen rond het traporgel waar Beppe op speelde vroeger thuis op de boerderij. Zij was verliefd op een wereldse jongen in het dorp, die Elvis Presley liederen zong met zijn gitaar – Love Me Tender. “Maar daar kwam Heit op zijn brommertje aan”, vertelt Mem, en Beppe vond Heit toch wel een hele goede en vertrouwelijke jongen. ’s Ochtends snijd ik de korsten van mijn boterham en doe er niks op. Ik speel Avondmaal, en breek een stukje van het brood af en stop het in mijn mond waarna ik het bordje doorgeef aan een denkbeeldig iemand, wij knikken eerbiedig naar elkaar en sluiten onze ogen om de diepe betekenis van dit brood te overdenken terwijl we aan het kauwen zijn. Voor jaren, eet ik mijn brood zo – telkens het bordje doorgevend aan de persoon naast mij. |
AuthorPietje - say Peach-a! Archives
September 2021
Categories
All
|
© COPYRIGHT Peachy Keen Content 2020. ALL RIGHTS RESERVED.